i tell you my story!

 
1=    voerthuig
2=    cijver tussen 1 en 10
3=    vak
4=    voorwerp
5=    lokatie
6=    kleur
7=    een hunk
8=    voorwerp
9=    emotie
10=  werkwoord

Toen ik op school kwam begon het al, ik reed met mijn (1) het klaslokaal in.
Ik kreeg toen een (2) voor mijn toets!
Iedereen was er jaloers op.
Toen ik naar (3) ging werd het nog erger.
De wiskunde leraar kwam naar me toen met een (4).
Hij vertelde dat hij met me naar (5).
Ik werd helemaal (6), want ik schaamde me dood.
Maar gelukkig kwam toen (7) naar me toe, en ik was weer helemaal blij!
Maar hij vroeg me alleen maar om (8).
Toen begon ik te (9).
En hij (10).
En ik was helemaal in de 7e hemel.

Einde